© KBR

75 jaar geleden - « Monty » in Brussel

Net zoals na de Eerste Wereldoorlog biedt het einde van de Tweede Wereldoorlog de gelegenheid om opnieuw politieke en diplomatieke contacten aan te knopen. Vijf jaar lang verliepen de internationale betrekkingen naargelang de krijgsverrichtingen. Voor de helden van het ogenblik is dit ook de kans om zich onder de bevolking te mengen voor wie zij de overwinning belichamen en die hen dus van dichtbij wil zien: zij van wie sinds de eerste dagen na de bevrijding in de pers ontelbare foto’s verschenen. In de herfst van 1945 worden verschillende vooraanstaande geallieerden met veel luister in Brussel ontvangen. Van september tot november 1945 wordt de Belgische hoofdstad achtereenvolgens bezocht door generaal Eisenhower, veldmaarschalk Montgomery, generaal de Gaulle en Winston Churchill.

Een eerste blitzbezoek

Montgomery komt voor de derde keer naar Brussel. Zijn eerste bezoek dateert van 7 september 1944, vlak na de bevrijding van de hoofdstad. Hij bleef toen maar enkele uren, net lang genoeg voor een ontmoeting met de Brusselse burgemeester en kolonel Piron. Zelfs al was zijn bezoek niet officieel aangekondigd, toch verspreidde het nieuws van zijn aanwezigheid zich als een lopend vuurtje en er was een grote menigte op de Grote Markt opgedaagd om « Monty » toe te juichen. Op 12 maart 1945 kwam hij voor een tweede keer voor een eerbetoon aan de Brigade Piron. Een paar maanden later is zijn populariteit nog toegenomen door de militaire campagnes waarover de pers met artikels en foto’s uitvoerig verslag uitbracht.

Een zorgvuldig voorbereid bezoek

Dit keer was zijn bezoek zorgvuldig voorbereid en zijn programma was zeer gevuld want de Britse held zou maar vierentwintig uur in Brussel blijven. Zijn bezoek staat op de voorpagina van alle dagbladen. Nadat hij op 11 september 1945 op de militaire luchthaven van Evere geland is, begeeft de man die Eisenhower als «één van de grootste militaire bevelhebbers aller tijden» beschouwde, zich naar de Britse ambassade. Daarna gaat hij naar een receptie die het ministerie van buitenlandse zaken te zijner ere heeft georganiseerd. Het programma van de volgende dag is bijzonder druk. Hij brengt eerst een privé-bezoek aan de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, waar dan het Lams Gods wordt tentoongesteld, dat een paar dagen voordien plechtig aan de Belgische overheid was overgedragen.
Dan gaat Monty naar de Grote Markt waar een grote, geestdriftige menigte hem opwacht. Hij wordt ontvangen door de burgemeester van Brussel die hem tot ereburger uitroept. In zijn toespraak vermeldt de burgemeester zowel de hoop die Groot-Brittannië sinds 1940 belichaamde toen het als enige land nog oorlog voerde tegen Duitsland, als ook het beslissende keerpunt in de oorlog in Afrika waar Montgomery zich bijzonder onderscheiden heeft. Montgomery toont zich een uitstekend diplomaat: op zijn beurt brengt hij hulde aan de Brigade Piron, maar ook aan het Belgisch verzet; hij verklaart dat de verzetslieden «de zwaarste taak volbracht hebben», «een taak waarvoor weinig eer en roem is weggelegd». Wat natuurlijk bij dit bezoek niet kon ontbreken is dat Monty op het balkon van het stadhuis verschijnt. De massaal opgekomen menigte juicht hem minutenlang toe. Daarna gaat het naar de Onbekende Soldaat waar hij onthaald wordt door twee Belgische infanteriedivisies, een delegatie oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog en de Eerste Minister. De nationale volksliederen en de "Last Post" weerklinken. De oorlog die pas voorbij is wordt ingepast in de herinnering aan de Eerste Wereldoorlog.

Op weg naar Berlijn

Op het Koninklijk Paleis ontvangt hij het erelint van de Leopoldsorde uit handen van Léon Mundeleer, de minister van landsverdediging, die de zieke Prins Regent vervangt. Na een lunch in het parlement vertrekt Montgomery om 15 uur naar Berlijn. Tijdens die korte tijd heeft de menigte blijk gegeven van haar geestdrift: de gevels van de huizen werden bevlagd met de Belgische en Britse kleuren. Voor veel Belgen is Montgomery één van de prominenten die de bevrijding verpersoonlijken. De gemeente Sint-Pieters-Woluwe heeft al in september 1944 beslist om de overwinnaar van El Alamein eer te betonen door een rotonde naar hem te noemen. Jammer genoeg kon de held de rotonde niet zelf inhuldigen door het strakke tijdschema van zijn bezoek. In september 1980, dag op dag 36 jaar na zijn eerste bezoek, werd een standbeeld te zijner eer ingehuldigd.

Veldmaarschalk Montgomery overleed in 1976. Hij blijft één van de meest bekende vooraanstaande militairen uit de Tweede Wereldoorlog, zelfs al zijn er nu veel controverses over zijn strategische en militaire opvattingen.

Chantal Kesteloot