lettres d'adieu des résistants de Belgique exécutés en 1940-1944

Afscheidsbrieven van terechtgestelde Belgische verzetslui (1940-1944)

  • Toegang en raadpleging : Het bestand AA2346 is toegankelijk tijdens de openingsuren van de leeszaal. De inhoud is vrij raadpleegbaar.
  • Reproductie : Reproductie van de inhoud van het bestand is vrij in de leeszaal. Voor een verzoek tot reproductie door het personeel van het CegeSoma, vindt u de praktische informatie hier.  
  • Onderzoekinstrumenten : Namen Index (AA2346)

Beschrijving van het bestand :

Sinds 2013 worden in het Cegesoma ongeveer 600 brieven of uittreksels van brieven verzameld in één enkel archieffonds (AA 2346). Ze zijn geschreven door 383 mannen (en één vrouw!), enkele uren voor hun terechtstelling door de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze aangrijpende documenten vormen een uitzonderlijke getuigenis van de manier waarop deze verzetslieden angstig hun nakende dood tegemoet gingen, of althans wat zij daarvan wilden laten merken. Ze geven ons ook een interessante inkijk in de omgang met de dood in West-Europa omstreeks het midden van de 20ste eeuw.

Het succes van de zoektocht naar deze brieven, die in 2009 begon naar aanleiding van een wetenschappelijk artikel over het onderwerp, is in grote mate te danken aan de rijkdom van de collecties van het Cegesoma. Die bevatten inderdaad de laatste schrijfsels van ongeveer 230 geëxecuteerde verzetslieden en/of gijzelaars. Vele brieven werden overigens gevonden dankzij de grote respons op een oproep gelanceerd op onze site in maart 2009, via informatie van Gert Prins, historicus bij de Dienst Oorlogsslachtoffers, en door verschillende dossiers in het Memoriaal Breendonk gerelateerd aan Otto Gramann, de Duitse militaire aalmoezenier verantwoordelijk voor de Belgische gevangenen.

Het resultaat is dat het Cegesoma nu beschikt over 539 brieven, grotendeels integrale reproducties (481) en 49 briefjes geschreven op devotieprentjes en gericht aan mgr. Gramann, verdeeld over 384 dossiers op naam. Er zitten vaak boekuittreksels of persartikels bij over de verdiensten van het slachtoffer. Van deze laatste is een lijst beschikbaar die is toegevoegd aan de beschrijving van het fonds op de online catalogus Pallas. Er is verder een tabel beschikbaar in onze leeszaal met voor praktisch alle 380 personen de geboortedatum, de taal van de brie(f)(ven), de leeftijd bij overlijden, de datum, plaats en type van executie, het aantal brieven, de mate van restitutie, alsook referenties naar de gebruikte bronnen.

Zo kunnen we vaststellen dat bijna 90% van de terechtgestelden tussen 18 en 41 jaar oud was en dat 71% zich uitdrukte in het Frans. De verzamelde brieven komen voornamelijk van Belgische gefusilleerden (350 gevallen), vooral van de citadel van Luik (137) en de Nationale Schietbaan in Schaarbeek (98 à 105).

De hierbij gevoegde tabel levert nog meer informatie op – over de verzetsactiviteiten bijvoorbeeld – over de 101 gevallen die als basis voor het voornoemde artikel dienden. Een grondige analyse van de afscheidsbrieven van dit honderdtal mannen (en die ene vrouw) wijst erop dat ondanks de grote diversiteit wat betreft hun houding in het aanschijn van de dood, er toch één overheerst: die van de berusting. Die gelatenheid, dat bezweren van hun angst voor het niets, wisten de veroordeelden te bereiken via een geïdealiseerd beeld van hun dood, door zich in te denken wat die dood kon betekenen voor de naasten, de achterblijvers of de geliefden. Om deze band in stand te houden deed de stervende een beroep op de godsdienst en/of het vaderland. Zijn maatschappelijke engagement in de strijd tegen de bezetter – meestal de directe aanleiding voor zijn terdoodveroordeling – gebruikt hij om een beeld van de verzetsheld te construeren, waarin hopelijk elk lid van zijn gemeenschap zich zal herkennen, zodat er tussen beiden een hechte band onstaat en hij niet wordt vergeten.

In zekere zin helpt deze bronnencollectie om de slachtoffers van de door hen zo gevreesde vergetelheid te redden.

Voor meer informatie :

  • Fabrice Maerten & Emmanuel Debruyne, “En guise d’adieu. Les dernières lettres des résistants et assimilés de Belgique, exécutés par l’occupant lors des deux guerres mondiales”, in Bruno Curatolo & François Marcot, Écrire sous l’Occupation. Du non-consentement à la Résistance. France-Belgique-Pologne 1940-1945, Rennes, 2011, p. 371-386.