Archief Pierre Le Grève

  • Toegankelijkheid en raadpleging: Het archief “Inbel” kan worden ingekeken tijdens de openingsuren van de leeszaal. De inhoud is vrij raadpleegbaar. Reservatie.
  • Reproductie :  De inhoud van het archief mag vrij worden gereproduceerd in de leeszaal. Voor aanvraag van een reproductie door het CegeSoma-team vind je alle praktische informatie hier.
  • Toegangen: Inventaris AA1936

Beschrijving van het bestand:

Het archief van Pierre Le Grève gaat over de talrijke acties die hij tijdens zijn leven heeft ondernomen  op het vlak van mensenrechten.

Pierre Le Grève werd in 1916 geboren in een burgergezin. Tijdens zijn studies aan de ULB in Brussel maakte hij kennis met het marxisme en de ideeën en acties van Trotsky. Hij sloot zich eerst aan bij de socialistische studentenbeweging hoewel hij zich meer verbonden voelde met het communisme en de Russische revolutie. Georges Vereeken hielp hem inzicht te verwerven in de bureaucratische evolutie van de Sovjet-Unie en in het stalinisme ten tijde van de processen van Moskou. Hij werd lid van de organisatie van Vereeken, die zich had afgesplitst van de trotskistische beweging.

Pierre Le Grève werd gemobiliseerd in 1940 en geëvacueerd naar Frankrijk, van waar hij clandestien terugkeerde. Hij neemt dan contact met zijn organisatie die een van de eerste is die in staat is valse papieren te produceren. Aan het eind van de oorlog pleit hij voor het verenigen van de twee trotskistische stromingen. Hij treedt toe tot het politiek bureau van de eengemaakte organisatie, de “Internationale Communistische Partij”. Gedurende 25 jaar stond hij mee aan de leiding van de Belgische afdeling van de 4e internationale.

Zijn politieke overtuigingen vormen een obstakel wanneer hij beroepsmatig een poging onderneemt om in het onderwijs te gaan. Hij wordt vertegenwoordiger en nadien arbeider bij Solvay. Hij wordt uiteindelijk toch leerkracht aan het atheneum van Elsene waar hij blijft tot zijn verkiezing voor het Parlement in 1965. Na het einde van zijn mandaat neemt hij zijn leraarsambt terug op.

In 1951, na de troonsafstand van Leopold III verliest de Internationale Communistische Partij, die campagne had gevoerd voor de instelling van een republiek, heel wat aanhangers. Met enige moeite treedt Pierre Le Grève toe tot de socialistische partij waar hij onafgebroken een trotskistische strijd voert. Tijdens het congres van 1956 stelt hij een resolutie voor – die hij ook laat aannemen – waarbij alle democratische vrijheden moeten worden uitgebreid tot de Congolese kolonie. Vanaf 1957 werkt hij mee aan de krant “Links”.

Vanaf 1955 steunt Pierre Le Grève het  “Front de Libération Nationale de l'Algérie” en in 1958 sticht hij  het “Comité pour la Paix en Algérie”. Het is de periode van de “loopjongens” die talrijke F.L.N.-militanten helpen en redden, en die gelden transporteren voor de “rebellen” die worden opgejaagd door de Franse geheime diensten. Deze laatsten pogen zich van de “lastposten” te ontdoen door bompakketten te versturen. Wanneer er terug vrede is zet het comité in op niet-gouvernementele hulp aan Algerije.

Van december 1960 tot januari 1961 wordt België opgeschrikt door een van de meest intense algemene stakingen die het land ooit gekend heeft. Pierre Le Grève werpt zich op als feitelijk leider van de leraarsvakverenigingen in Brussel en hij wordt er met een linkse meerderheid de voorzitter van.

In december 1964 besluit het congres van de Belgische Socialistische Partij dat deelname aan de redactie van “Links” en het recht om een eigen strekking te vormen onverenigbaar zijn met lidmaatschap van de B.S.P. De linkervleugel richt onmiddellijk een kleine socialistische formatie op, de  “Confédération Socialiste des Travailleurs” die bestaat uit de “ Parti Wallon des Travailleurs” in Wallonië en de  “ Union de la Gauche Socialiste” in Brussel. Pierre Le Grève staat op een gezamenlijke kieslijst met de Communistische Partij waar hij als enige wordt verkozen. Gedurende tweeënhalf jaar zetelt hij in de Kamer, waar zijn interpellaties talrijk zijn.   

In 1967 staat hij aan de wieg van drie comités, namelijk het Nationaal comité Vietnam, het comité dat ijvert voor gelijk loon voor gelijk werk, en een comité tegen de repressie in Marokko. Later gaat hij zich ook interesseren voor Rwanda en Burundi, en uiteraard ook voor het Spanje onder de dictatuur van Franco en voor de uitgedreven Mauritianen, enz. Geen enkele aanfluiting van de mensenrechten ontsnapt aan zijn aandacht.

Aan het begin van de jaren 1970 is  Pierre Le Grève geen kandidaat meer om de leiding te nemen van de Belgische afdeling van de 4e Internationale, die ondertussen de Revolutionaire Arbeidersliga (R.A.L.) geworden is. Hij stopt ook met zijn werk als militant maar blijft in contact met de beweging.  Het revolutionaire ideaal van Pierre is intact gebleven. Hij erkent niettemin dat zich een lichtjes “doctrinaire evolutie” voordoet en dat zijn hoop om in Europa een revolutionair ideaal te verwezenlijken vervlogen is. Als man van het terrein zet hij zijn syndicale en politieke acties voort tot in 1988.  Hij overlijdt in 2004.

Voor meer informatie:

  • José Gotovitch, Histoire du parti communiste de Belgique, Bruxelles, CRISP, n˚ 1582, 1997.