Archief Camille Gutt

  • Toegankelijkheid en raadpleging: Het archief “Camille Gutt” kan worden ingekeken tijdens de openingsuren van de leeszaal. De inhoud is vrij raadpleegbaar. Reservatie.
  • Reproductie :  De inhoud van het archief mag vrij worden gereproduceerd in de leeszaal. Voor aanvraag van een reproductie door het CegeSoma-team vind je alle praktische informatie hier.
  • Toegangen : Inventaris AA1624

Beschrijving van het bestand :

Archief Camille Gutt

De papieren van Gutt gaan over al zijn activiteiten binnen de Belgische regering te Londen, maar het archief bevat ook persoonlijke documenten van de minister en familiearchief, waaronder documenten van zijn echtgenote Claire Gutt over activiteiten in bezet België. Een ander deel van het bestand bestaat uit briefwisseling tussen Georges Theunis en Camille Gutt tijdens de oorlog.

Camille Gutt werd geboren te Brussel op 14 november 1884. Hij had een diploma in politieke wetenschappen en was dokter in de rechten aan de universiteit van Brussel. Hij begon zijn loopbaan als advocaat en journalist.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog is hij in dienst bij het Franse Spahis-korps maar in 1915 weigert hij zijn regiment te volgen naar de Dardanellen en hij begeeft zich naar Le Havre. Daar komt hij in contact met een groot aantal Belgische prominenten zoals Gaston Blaise en Fernand Neuray. In 1916 wordt hij naar Londen gestuurd om deel uit te maken van een team dat instaat voor de aankopen in Groot-Brittannië. Het staat onder leiding van Georges Theunis (1873-1966) die Gutt aanstelt tot zijn meest nabije medewerker. Vervolgens wordt Camille Gutt aangewezen als secretaris-generaal van de commissie voor bevoorrading te Londen.    

In 1919 roept Georges Theunis hem op om de post te bekleden van secretaris-generaal van de Belgische afvaardiging bij de Commissie voor Herstelbetalingen die was opgericht in het kader van het Verdrag van  Versailles. Wanneer Georges Theunis in 1921 benoemd wordt tot minister van Financiën en later, tot in 1924, het Kabinet leidt, zal Gutt hem bijstaan als kabinetschef maar zijn hoofdactiviteit blijft het voeren van onderhandelingen over de Duitse herstelbetalingen. In 1926 vraagt Emile Franqui aan Camille Gutt om adjunct te worden bij de Schatkist en om de weg te effenen voor het afsluiten van een lening bij een groep Anglo-Amerikaanse bankiers teneinde de Belgische overheidsfinanciën te kunnen saneren.    

Na deze ervaringen stapt hij in de zakenwereld. Met steun van  Emile Francqui begint hij een loopbaan in de afdeling non-ferrometalen van de Generale Maatschappij van België. Hij zetelt in de raad van bestuur van de Metaalfabriek van Overpelt-Lommel waar hij in 1931 bestuurder-directeur wordt. Vervolgens wordt hij lid van de raad van bestuur van Sogémines, en in 1930 van  Sogéchim. Hij zit ook in de raad van bestuur van het Belgisch filiaal van Ford, de Ford Motor Cy (Belgium) en van een vennootschap van de Empain-groep, Electrorail.

Nadat hij minister van Financiën was geweest in de zogenaamde “bankiersregering” van 1934/35 keert hij terug naar de zakenwereld. Hij gaat dan deel uitmaken van de raad van bestuur van  de Compagnie Belge des Mines, Minerais et Métaux et des Mines et Fonderies de Zinc de la Vieille Montagne. In februari 1939, vraagt koning Léopold III hem om als minister van Financiën deel uit te maken van het kabinet Pierlot. Die functie zal hij bekleden van februari 1938 tot mei 1940.   

In augustus 1940 beslist Camille Gutt om samen met de minister van Koloniën, Albert De Vleeschauwer, naar Londen te vetrekken. In oktober van datzelfde jaar krijgen beide ministers er het gezelschap van Hubert Pierlot en Paul-Henri Spaak. In de Belgische regering te Londen bekleedt Camille Gutt volgende functies : minister van Financiën (1940-1944), minister van Economische Zaken (1940-1944), minister van Communicatie (1940-1944) en tenslotte minister van Landsverdediging (1940-1942). Tijdens de oorlog verliest hij twee zonen.   

In september 1944 keert hij terug naar Brussel waar hij tot februari 1945 opnieuw de functie van minister van Financiën bekleedt.  Daarna wordt hij achtereenvolgens naar de Verenigde Staten  en het Verenigd Koninkrijk gezonden om er de onderhandelingen te leiden over wederzijdse hulpverlening (België/Verenigd Koninkrijk) en over de leen- en pachtwet (België/Verenigde Staten). Na deze opdrachten te hebben volbracht neemt hij deel aan de conferentie van Savannah (maart 1946) waar geregeld werd hoe de instellingen van Bretton-Woods moesten functioneren Na deze conferentie wordt Camille Gutt directeur-generaal, een functie die hij waarneemt van 1946 tot 1951.

Bij zijn terugkeer naar België hervat hij zijn loopbaan als zakenman aan de zijde van Léon Lambert. Gutt overlijdt op 7 juni 1971 te Brussel.   

Voor meer informatie:

  • Colignon, Alain. Gutt Camille, in BelgiumWWII.
  • Crombois, Jean-François. Camille Gutt: Les Finances et La Guerre 1940-1945. Gerpinnes: Quorum, 2000.
  • Crombois, J.-F. ‘Camille Gutt’. In Nouvelle Biographie Nationale, 6:228–32. Bruxelles: Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2001.
  • Gotovitch, José. Camille Gutt. Bruxelles: RTB, 1968.