Een eerste workshop van het POSTWAREX-project : De bronnen van het militair gerecht en het onderzoek over de doodstraf en de terechtstellingen na de Tweede Wereldoorlog

Terechtstelling, 1948 - Voorbehouden rechten: De Bruyne E.- Riemst - foto nr. 93220

Op maandag 14 december 2020 heeft het team van het BRAIN 2.0 - POSTWAREX-project (Dirk Luyten en Elise Rezsöhazy voor het CegeSoma, Stanislas Horvat en Dimitri Roden voor de Koninklijke Militaire School) zijn eerste on-line (gesloten) workshop gehouden. Het hoofddoel van deze werkshop: de onderzoekers die de repressie van de collaboratie na  de Tweede Wereldoorlog, de (militaire) magistratuur , of de executies bestuderen, samenbrengen met de archivarissen-specialisten van gerechtelijk archief  om de bronnen te bespreken die van nut kunnen zijn voor het onderzoek van het POSTWAREX-team.

 

Dat team buigt zich vooral over de terechtstellingen in het kader van de naoorlogse repressie en over het beslissingsproces dat tot die terechtstellingen heeft geleid, dit vanuit het perspectief  van het militair gerecht.. De aandacht ging dus in de eerste plaats uit naar de bronnen van de militaire rechtbanken, van het krijgshof, van de krijgsauditoraten en van het auditoraat-generaal.    

Een dertigtal Belgische, Franse en Nederlandse onderzoekers hebben aan de workshop deelgenomen. Na de globale voorstelling van het project door Dirk Luyten (CegeSoma), gaf Johannes Van De Walle (AGR 2 – depot Cuvelier) een algemeen overzicht van de bronnen van het militair gerecht  in het depot Cuvelier van het Algemeen Rijksarchief. Hij wees op de diversiteit van deze bronnen, zowel qua aard als qua oorsprong, de complexiteit van hun klassering, de specifieke eigenschappen van de dossiers van de verschillende krijgsraden en de heuristische moeilijkheden die daaruit voortvloeien.

Daarna stelde Elise Rezsöhazy de bronnen voor, hoofdzakelijk die van het auditoraat-generaal, aan de hand waarvan ze de  executies vanuit een institutioneel en metajuridisch perspectief kan benaderen. Ze belichtte de heuristische beperkingen van die bronnen enerzijds en wat ze kunnen documenteren anderzijds. Ze toonde ook aan dat het algemeen wettelijk, institutioneel en praktisch kader waarbinnen het auditoraat-generaal en de krijgsauditoraat de repressie hebben geleid, kan gereconstrueerd worden dank zij de documenten van de Dienst voor Algemene Onderrichtingen of de opvolger ervan, de Documentatiedienst.

Dimitri Roden besprak de archieven van de krijgsraden en van het krijgshof waarrond hij sinds het begin van het project werkt, ten einde een gegevensbestand op te stellen van de ter dood veroordeelde en terechtgestelde personen en één van de onderzoeksvragen te beantwoorden: waarom werden sommige ter dood veroordeelden geëxecuteerd en andere niet ? Hij ging vooral dieper in op de beperkingen en mogelijkheden van de individuele administratieve dossiers van de geëxecuteerden die door de krijgsauditoraten werden opgesteld waarin men gegevens vindt over de juridische procedures, de gratieverzoeken en de administratieve vragen in verband met de terechtstellingen. Hem viel onder andere de afwezigheid op van de auditeur-generaal, Ganshof van der Meersch en daarna Paul van der Straeten, en het belang van de krijgsauditoraten waar het eerste onderzoek werd gevoerd. De twee onderzoekers van het project hebben trouwens het belang onderstreept van de belangrijke lacune door het ontbreken van bronnen van  die krijgsauditoraten, waar belangrijke beslissingen genomen werden  in het proces dat leidde tot de executies.

Uit de discussie met de deelnemers is verder gebleken dat deze bronnen zeker zullen zorgen voor een nieuwe visie  op de kwestie van de terechtstellingen en van de repressie, omdat ze een benadering mogelijk maken via actoren van wie de archieven nog niet of slechts gedeeltelijk geëxploiteerd werden. Ook de  toegang tot de dossiers van de  militaire rechtbanken en van het krijgshof  zal bijdragen tot het vervolledigen van het onderzoek dat  de laatste jaren werd verricht op basis van eerder politieke bronnen, van de pers of van documenten met een beperktere reikwijdte dan de bronnen die tijdens de workshop aan de orde kwamen.