Nazisme … en occultisme in de bibliotheek van het CegeSoma

Nazisme en occultisme in de bibliotheek van het CegeSoma … Onder deze titel nodigen we u uit om een eerste onderwerp te ontdekken in onze reeks “Afspraak met de bibliothecaris”. Met elk thema kan u nader kennis maken met onze collecties. De informatie wordt verduidelijkt aan de hand van tekst en video.   

Bekijk de eerste video : ‘Afspraken met de bibliothecaris : 1. Esoterisme en occultisme onder het naziregime’.
 

 

Tot voor kort zou de naïeveling die het aandurfde om vermeende esoterische aspecten van het nazisme aan te kaarten of die zover ging om bepaalde rituelen van de SS « Zwarte Orde » in verband te brengen met die van een occulte sekte, zowel in Franstaling België als in Vlaanderen, bij de beroepshistorici de wenkbrauwen hebben doen fronsen, als hij al niet hun meewarige ironie zou hebben opgewekt. Zulke verbanden in een dergelijke thematiek hadden dikwijls een kwalijke reputatie onder de geschiedkundigen, die zich vanuit hun beroep graag beroemen op een Cartesiaanse geest, voor zover ze die gelijkenissen al niet als pure hersenspinsels zouden hebben weggezet. En gewoonlijk werd dit onderzoeksgebied overgelaten aan journalisten met een oververhitte fantasie of aan lichtjes gestoorde amateur-historici, als het al niet ingepalmd werd door schikbreukelingen van Europese fascistische bewegingen op zoek naar een pseudo-filosofische  (maar door hen bevredigend geachte) verantwoording voor hun dwalingen uit het verleden.

Toch hebben gevestigde onderzoekers in het buitenland er zich al lang op toegelegd om het nazi-esoterisme en de mystiek of pseudo-mystiek van het nazisme en zijn ideologische voorlopers uit de 19de eeuw te ontrafelen en in perspectief te plaatsen. Denken we maar aan Jan Baird met zijn baanbrekende studie The Mythical World of Nazi War Propaganda (1974), aan Hans Mommsen met Le National-Socialisme et la société allemande (1998), aan George Mosse met Les Racines intellectuelles du Troisième Reich (2006). Frankrijk is op dit vlak lang achtergebleven, maar heeft de verloren tijd ingelopen met de opmerkelijke werken van Stéphane François, van Le nazisme revisité : l’occultisme contre l’histoire (2008) tot L’occultisme nazi : Entre la SS et l’ésotérisme (2020). De terughoudendheid of onverschilligheid van onze historici met betrekking tot dit onderwerp is echter makkelijk te begrijpen omdat er dikwijls meer kaf dan koren verschijnt, tenminste als men van een wetenschappelijke aanpak uitgaat.

Nochtans blijft deze thematiek de nieuwsgierige onderzoeker uitdagen, omdat het geloof in het bestaan van een nazi-esoterisme schijnt te berusten op een aantal onbetwistbare gegevens.

- Het nazisme, zoals het in 1919 is ontstaan in de nasleep van de Duitse nederlaag, is geen « ex nihilo nihil » schepping. Het is diep geworteld in een « völkisch », vaak antisemitisch en pangermaans waas dat al voor de oorlog en tijdens de overgang van de 19de naar de 20ste eeuw duidelijk aanwezig was  in een veelvoud van ultranationalisitsche kringen en splintergroepjes. Die hielden er dikwijls afwijkende, halvelings esoterische of pre-ecologische ideeën op na, die doordrongen waren van « Noords » of oud-Germaans racisme. Onder de « grote directe voorlopers » van het nazisme schuift men vaak  de Germanenorde (1912) naar voor en het Thule-Gesellschaft (1918) dat in München gevestigd was en waaruit de Deutscher Arbeiterpartei voortkwam waar een zekere Adolf Hitler lid van werd

- Verschillende hoge kaderleden van de jonge nazipartij hebben deel uitgemaakt van een of ander van die verenigingen (Scheubner-Richter, Hess, Hans Franck en ook Himmler) en hebben daar hun ideeën en nazi-symboliek deels opgepikt. Dat geldt in zekere mate ook voor Hitler, die sympathiseerde met de Oostenrijkse pangermaanse beweging van Schönerer en een trouwe lezer was van het racistische blad Ostara, van Jörg Lanz von Liebenfels (maar hij stond niet met hem in contact in tegenstelling tot wat men lang heeft geloofd …).

- Het nazisme als beweging vertoont parareligieuze aspecten wat de politieke esthetiek betreft, met de ‘liturgie’ van hun ceremonies en het aannemen/gebruiken van een « Noordse » vóórchristelijke symboliek  (hakenkruis of swastika, de SS-runetekens…).

Maar vanaf het begin van de jaren ’30, bij de opkomst van de NSDAP, zien we in middens van de katholieke Kerk, met de hiërarchie op kop, een systematische gelijkschakeling nazisme/esoterisme, of zelfs nazisme/occultisme. De Kerk ziet de Hitlerbeweging als een gevaarlijke concurrent en stelt het nazisme gelijk met een nieuw heidendom dat de kop opsteekt ; ze zal met min of meer succes hierop voortborduren.  Later, aan de vooravond van de oorlog, heeft de bestseller Hitler m’a dit-1939-1940 van ex-nazi Hermann Rauschning, die met de partij gebroken had, dat nog aangedikt door het Hitlerisme voor te stellen als een veel meer duivels dan specifiek politiek  fenomeen. Dit is wat kort door de bocht (om het zacht uit te drukken), maar die these kent een zeker succes in de christelijke beweging.

Die kijk op de dingen oogst vreemd genoeg begin jaren ’60 opnieuw succes bij het ruime publiek met het werk Le Matin des Magiciens van de (Franstalige) Gentenaar Louis Pauwels en Jacques Bergier, dat doordrongen is van magisch realisme en dat het vertrekpunt betekent voor een hele reeks « non-conformistische » en « para-wetenschappelijke » producties die in Parijs verschijnen in het erg populaire tijdschrift Planète (1961-1971). De boeken van Saint-Loup/Marc Augier (Nouveaux cathares pour Montségur-1968 en Götterdammerung. Rencontre avec la Bête-1986) en Jean Mabire (Thulé. Le soleil retrouvé des Hyperboréens-1978) en van hun epigonen, die soms banden hebben met het meest radicale extreem rechts, zorgen ervoor dat het onderzoeksveld over deze thematiek zwaar beladen wordt. En de beroeps- of amateur-historici bij ons zijn hierdoor ongetwijfeld afgeschrikt en wagen zich tenauwernood aan dit onderwerp. We kunnen hier alleen maar verwijzen naar het recente Himmler et le Graal. La vérité sur l’affaire Otto Rahn (2018) van Arnaud de la Croix, een eerlijke maar weinig innoverende bijdrage (we vinden er echo’s in terug van het Mystère Otto Rahn. Le Graal et Montségur van  Christian Bernadac, dat toch uit 1978 dateert …)

De nieuwsgierige lezer vindt al deze titels (en enkele andere ejusdem farinae) in de bibliotheek van het CegeSoma, dat zijn onderzoek – wel te verstaan en zoals men  intussen al begrepen heeft – veel verder uitbreidt dan de echte of vermeende tribulaties van het nazisme met de katharen, Thule of het nieuwheidens esoterisme …

Gelukkig maar !

Alain Colignon, bibliothecaris